25.11.10

[De deur was open, hij glipte de kerk binnen en trok een paar keer flink aan het klokkentouw zodat het halve dorp rechtop in bed zat. Hij ging er als de bliksem vandoor want de koster kende hij nog van de rugby - een snelle jongen. (uit: Tommy Wieringa Ga niet naar zee. De Bezige Bij, 2010. p 249.)]

22.11.10

['Je papieren,' brulde hij, 'en als de bliksem.' (uit: Raymond Queneau Zazie in de metro. De Bezige Bij, 2004. p 189.)]

16.11.10

[Willu die dan als de bliksem weghalen, meneer, dur geldt hier een stopverbod. (uit: Remco Campert Tjeempie! Of Liesje in Luiletterland. De Bezige Bij, 1968. p 75.)]

[Je hoeft geen apollo te zijn, als je de god van de bliksem bent! (uit: Winshluss Pinokkio. Oog & Blik, 2009. p 90.)]

12.11.10

Enkele nachten geleden zag ik in een droom een ijsvogel. Hij was niet echt, maar stond gedrukt op een verpakking ijsvogelvoer in een supermarkt. Men verkoopt werkelijk alles.

Op de verpakking van het ijsvogelvoer - het kan ook een ijsvogelnestpijp geweest zijn - stond de ijsvogel een keer of zeven, misschien acht. Het was een fotomontage, zei de verkoopster. De aanvliegende ijsvogel was zeven of acht keer op zijn aanvliegroute gefotoshopt.

De verkoopster zei me dat ze ook voer hadden voor paarse strandlopers. Dat kon ze wel niet dadelijk terugvinden.

[Het is of beiden gevangen zijn in een bliksemend duet, een choreografie van snelheid en wendbaarheid. (uit: Kester Freriks De valk. Athenaeum - Polak & Van Gennep, 2008. p 20.)]

[Als de gesmeerde bliksem! Mijn vriend heeft zo'n honger dat ie best je vrouw zou lusten! (uit: Sylvain Ricard & Christophe Gaultier Poolijs. Toog, 2003. p 11.)]

5.11.10

[Uiteindelijk bel ik hem het adres door van CASU, een klein sociaal centrum bij de Anderlechtse poort. Hij kent de plek al. Bliksemsnel gaat zoiets. (uit: Michael De Cock & Stephan Vanfleteren Aller/Retour: de grenzen van fort Europa. Meulenhoff|Manteau, 2010. p 309.)]