26.8.07

Dit weet ik pas sinds gisteren: Misdaad en straf (Dostojevski) en Schuld en boete (Dostojevski) zijn twee keer hetzelfde boek. Van Dostojevski.

25.8.07

meneer van Ouwenaar zet alle dingen recht

gewitte nachtkast
Tien dagen al houd ik mijn vers gewitte nachtkast verbazingwekkend net. Twee boeken, één pen, één lampje en één schone stapel schoon papier uit mijn achterzakken. 's Nachts een bril erbij, verder niets. U mag mij huldigen. Of de nieuwe Spinvis voor me kopen.

24.8.07

Overpelt - Tongeren

Om 5.35u stond ik op om een eindje met mijn Vos te gaan fietsen. Dat is belachelijk vroeg, ik weet dat ook, maar ik kreeg er heel wat voor in de plaats:

  • In Overpelt zag ik een postbode vallen met zijn brommer. Dat had ik nog nooit gezien.
  • In Heioord zag ik een veld vol gladiolen. Dat had ik nog nooit gezien.
  • In Uikhoven werd ik aangevallen door een troep ganzen. Oké, dat was al gebeurd, maar het was toch weer een hele tijd geleden.
  • Bij het Albertkanaal vond ik een stuk Alpenpas, nooit gezien.
links Zussen, rechts het Albertkanaal, knip knip vanop Google Earth
  • En op de Viseweg in Sluizen kan je voor 80 cent een blik Fanta uit de automaat trekken. Dat zie je minder en minder.

23.8.07

['Naar binnen,' zegt Farouq, die zijn fiets heeft geparkeerd en naar me toe komt.
'Wacht. Wat is die wolk?' vraag ik aan Dayanand, die niet erg blij lijkt als hij me ziet.
'Depressie. Die bliksem staat voor angstaanvallen.'
'O ja? Wie heeft dat getekend? Jij zeker?'
'Neem me niet in de zeik,' zegt hij. 'En zeik anders maar op.'
'Oké,' zeg ik, en ik ga Somrajs huis binnen, het noodlot tegemoet. (uit: Indra Sinha De mensen van Beest. Querido, 2007. p 190.)]

[Ook een aantal van de foto's waar hij niet op stond, kon hij toelichten. 'Dit hier is Tomi op Relampago, dat is Spaans voor bliksemschicht. Toen woonde ik nog op de boerderij van Zellweger. Toen ik terugkwam in de villa, was de hengst al verkocht.' (uit: Martin Suter Small World. Arbeiderspers, 2001. p 167.)]
Nog twee bliksems van Occy zijn dit. Tegenwoordig schrijft hij – en dat werkt – in gesprek over boeken.

20.8.07

vrijdagochtend spoor 9

We stonden vooraan op het perron om vooraan te kunnen instappen. De trein naderde, heel langzaam op het einde, en stopte met de eerste wagon voor ons. Tegen de voorkant van het eerste rijtuig hingen bloedspatten, klonters, brokjes.

Bijna ging een man met een beker koffie naast me zitten.

14.8.07

[Lang geleden. Steffie en Ramon wonen nu in Mexico en zijn tevreden, volgens de laatste berichten. Ze hebben twee kinderen en Ramon won vorig jaar de Koek-en-Heimprijs. Zo gaat onze generatie naar de bliksem toe. (uit: Remco Campert Het leven is vurrukkulluk. Bezige Bij, 1992. p 75.)]
van Occy

12.8.07

Jan van Mersbergen: 'Morgen zijn we in Pamplona'

Jan van Mersbergen dacht aan een bliksem. Dat is fijn.

De spanning die in de lucht hangt wordt opeens verdreven door een explosie. Een vuurpijl. Als een bliksemschicht. (uit: Jan van Mersbergen Morgen zijn we in Pamplona. Cossee, 2007. p 129.)
Ik las deze week De grasbijter, zijn eerste, en Morgen zijn we in Pamplona, zijn nieuwste. Daarmee heb ik allevier zijn romans gelezen. Zwijgzaam zijn ze, en zeer goed. Allevier.

Ik ben morgen trouwens gewoon hier. Ik moet schilderen en er is alweer iets met de trapas van mijn Vos.

9.8.07

[Hij voelde de wind om zijn huis heen draaien, plotseling, en het werd kouder. Van de waslijn nam hij een trui en trok die aan. Hij keek naar de flitsen tegen de zwarte lucht en telde. Het gerommel naderde het licht. (uit: Jan van Mersbergen De grasbijter. Meulenhoff 2001. p 41.)]

8.8.07

Ik fietste met Vos van Kortrijk naar Veurne. In de Aldi van Poperinge kocht ik 1,5 liter citroenlimonade (€0.55), 2 liter bronwater (€0.39) en een kilo witte druiven (€1.79). Ik waste de druiven vlakbij de Lourdesgrot van de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren, en vond daarna een boom met een geel hart erop.

geel hart in Westvleteren

7.8.07

dag op de zuid

De zon scheen en ik ging naar de bib. Tegen een fondsenwerfster voor WWF zei ik 'Nee, bedankt.' Aan een lange tafel in de bibliotheek tekende ik met een blauwe balpen en een zwarte stift mannetjes op papiertjes. Ook af en toe een zebra, een fiets of een glas bier. Begin augustus is dat mijn werk, begin augustus word ik daarvoor betaald.

Het regende. Ik at een tomatensoep in Leescafé Gezelle en dronk daarna een Gini. Het regende. Ik stak het plein over en zei 'Nee, bedankt' tegen een fondsenwerfster voor WWF. Ik kocht veldsla in de Match en ook pannenkoeken en Jungle barres de chocolat au lait fourrée au caramel et gaufrette. Aan de uitgang van de supermarkt stond een botsballenautomaat met ballen van The Simpsons, € 1.00 per stuk.

Het regende. Ik zei 'Nee, bedankt' tegen een fondsenwerfster voor WWF. Ik ging opnieuw naar de bib en las een Halewijnbewerking voor kinderen. Op de vierde verdieping zag ik de Grote Europese roman in het rek van de nieuwe aanwinsten staan. Een man nam hem mee. Hij had zich niet geschoren, zijn haar hing tot op zijn schouders. Ik vroeg me af: zijn er mooie jonge vrouwen die Koen Peeters lezen?

Het regende niet langer. Op de fiets naar huis negeerde ik een fondsenwerfster voor WWF. De Sint-Pietersnieuwstraat is de Muur van Geraardsbergen niet, dacht ik. 46x18, dacht ik. Ik floot.

Anderhalfuur later kwam ook mijn lief thuis. We kookten, aten en keken naar FC De Kampioenen. Ik noteerde een uitspraak van Pico Coppens: "Geef mij maar ne gele limonaat. Hier is 30 frang."

6.8.07

[De wind huilt en giert om de kasteeltorens. Bliksem zet de koninklijke slaapkamer in een helder wit licht. (uit: Agave Kruijssen Het lied van heer Halewijn. Baarn: De Fontein, 1999. p 50.)]

3.8.07

eerst drie weetjes om te vertellen bij een bezoek aan Genk, en daarna een bliksem

1. Ik heet Karmozijn (Orhan Pamuk) heet in het Engels My Name is Red. Ik vind dat dat heel anders klinkt.

2. In Ik heet Karmozijn loopt een personage rond met de naam Kara. In My Name is Red heet die man Black. We leren hierdoor een Turks woord; kara is zwart.

3. Twee Turkse woorden: kara is zwart – dat wisten we al – dağ is berg – dat vertel ik nu. Karadağ zou dus Zwartberg kunnen zijn, maar het is vooral Montenegro, hoofdstad Podgorica.

4. Ja, hoog tijd voor een bliksem:

'Dat breng je als de weerlicht weer terug naar waar je het vandaan hebt en daar gooi je het weg.' (uit: Orhan Pamuk Ik heet Karmozijn. De Arbeiderspers, 2006 (13de druk). p 178.)

2.8.07

Ik fietste met Vos van Geraardsbergen naar Kortrijk.

Wie in Geraardsbergen fietst, moet even De Muur op. Zo ook ik, zo ook Vos. Boven lag ik een kwartier op mijn rug naast de kapel uit te hijgen. Ik probeerde er niet te braken (dat lukte) en een Mister Choc Chocolate Caramel te eten (dat lukte maar half).

In Deftinge werden duiven gelost. In Opbrakel zag ik een groep van een dertigtal zwaluwen. Nooit eerder zag ik er in Vlaanderen zoveel bij elkaar. Aan de terreinen van F.C. Zegelsem stopte ik om dat van die duiven en die zwaluwen op te schrijven in mijn bruine boekje. Ook dat van De Muur.

FC Zegelsem
In Ruien kocht ik een broodje met kipcurry bij slagerij Kurt. Ik nam geen klantenkaart. In Zwevegem keek ik naar vissers. In Kortrijk dronk ik een Gini op een terras. Ook in Kortrijk schreef ik in mijn bruine boekje:

Nog een reden om naar Kortrijk te fietsen: in de Standaard Boekhandel – ik moet stoppen met kwaadspreken over de Standaard Boekhandel – hebben ze de nieuwe Jan van Mersbergen Morgen zijn we in Pamplona. Die vond ik tot vandaag in België nelders.