28.11.15

Afgelopen nacht zag ik in een droom een koolmees. Eerst dacht ik dat het een zwarte mees was, maar uiteindelijk - nee, nee - bleek het toch echt gewoon een koolmees. Maar een flets gevalletje, dat zeker.

[Ze haalden zelfs niet de tweede bank op. Ze gaven hun vrienden en familie geen teken van leven, ze lagen daar maar - als door de bliksem getroffen, verdoofd, verlamd, niet in staat om ook maar iets te denken of te doen. (uit: Hans Fallada Een waanzinnig begin. Cossee, 2014. p 120.)]

24.11.15

Vooraf en wellicht niet ter zake: gisteravond besliste ik enige structuur aan te brengen in de bierkoop. Dat wil zeggen: ik koop het eerstvolgende jaar geen bier meer voor in de kelder. Behalve 1) oude geuezes 2) saisons 3) zeer zware donkeraards. En misschien 4) ook om het even wat van de Dochter van de korenaar & de brasserie de la Senne. En van de Struise Brouwers. Orval. Nu ja.

Nu de kwestie: vannacht zag ik in een droom drie grote zaagbekken. Ik fietste met S. in het stoeltje voorop over een hoge dijk en kon rechts in de diepte, door wat kale bomen heen, een langgerekte plas zien liggen. Er zaten best wat vogels op, eenden allerhande en drie zaagbekken - twee vrouwtjes, één mannetje.

21.11.15

15.11.15

[Zoals ik u schreef: ik ben drie dagen in Berlijn geweest. Zoiets is voor mij heel bijzonder, ik ben namelijk een mol, een erfbewonder, een scharrelaar op zeer klein territoir. Maar nu is Berlijn een blikseminslag in mijn leven gebleken. (uit: A.L. Snijders Ruim Water. Thomas Rap, 2012. p 252.)]