26.6.08

[A crack in the kitchen. It wasn't horizontal (like all good cracks should be). It zig-zagged, like a child's drawing of lightning, and Isidore now thought – Oh, great ... – that there might be a problem with one of the supporting walls. (uit: Nicola Barker Darkmans. Fourth Estate, 2007. p 167.)]
van Occy

4 opmerkingen:

Anoniem zei

“Alles wat ik, soms, bij hoge uitzondering, tegenkwam, was het manuscript van een roman of verhalenbundel waarover viel op te merken dat hij niet slecht was, maar daarom ook niet goed, dat er weliswaar dit aan mankeerde, maar dat dat er toch wel charmant aan was: – zo’n middelmatig schrijfprodukt dat een schoonheidsbehandeling behoefde van de ‘rewriter’ en dan met een beetje uitgekiende publiciteit onder het publiek kon worden gebracht ( : kon de auteur niet in een populaire teeveeshow om over zijn boekje te praten? Kon hij niet in een veelgelezen dag- of weekblad worden geïnterviewd, waarbij hij zou zorgen voor een paar bliksemse steetments? Zouden we niet een receptie houdend waarbij we het werkje aan de pers presenteren? – dan vragen we de gevierde boekbespreker Schaarbeckx voor het prestige en de verkoopbabbel en we vragen de cabaretier-liedjeszanger Fliereflier en misschien ook de politicus Zusofzo).” (Jeroen Brouwers, Winterlicht, p. 35 in de Rainbowpocket-versie)

Anoniem zei

BINNENBEENSE SPELEN

1

Hij patst kracht
knijpt haar

voor meer dan de helft
van een wederhelft
vast

tot haar merrie
uit zijn nacht
ontsnapt

en hij tegen
de bliksem op
hiknikt

in het verkeerde
meisjesgat.

(Lucienne Stassaert, in Het Liegend Konijn, 2008/1, p. 150)

Anoniem zei

En nog drie uit hetzelfde boek van Brouwers :
“Daar toont ze je de mislukkingen van je leven, je schaamten en al datgene wat je het liefst onder zware putdeksels toegedekt zou willen houden, – daar zie je de verschrikkelijke twijfels aan de waarde van je werk en (er schiet een bliksemstraal door het duister) de zin van je bestaan.” (p. 90-91)
“Dat tussen Voorlandt en haar als bij blikseminslag de grote liefde zou ontstaan, die hem zou troosten en inspireren tot het einde van zijn verdere leven.” (p. 102)
“Camera’s ruisten, fototoestellen bliksemden, maar blijken zou, dat er niet één foto- of filmopname was gelukt.” (p. 117)

Anoniem zei

Weer een paar uur later, nog een laatste (omdat sowiezo elke zin van Brouwers de moeite is om over te typen) : “Deze geluiden maken deel uit van de absolute stilte, die zelden door iets anders wordt verstoord dan door geluiden die de natuur veroorzaakt, nu eens regent het op mijn dakramen, dan weer stuiven de herfstbladeren er tegenaan, soms ontweert het en valt het licht van de bliksem als de flits van een fotoapparaat op mijn papieren terwijl boven mijn hoofd de wolken op elkaar botsen en het huis trilt van de donder.” (p. 187)