1.8.06

Per Olof Sundman: 'Twee dagen, twee nachten'

Op 1 september 1971, dat was een woensdag, kocht R in de Standaard in Gent Twee dagen, twee nachten van Per Olof Sundman. Dat kostte hem vermoedelijk dertig frank. De zondagnamiddag daarop, 5 september 1971, las hij het boek uit en noteerde hij enige indrukken op de titelpagina.

Vandaag, 1 augustus 2006, exact een week nadat ik het boek kocht (tweedehands in de Kaft in Gent, 3 boeken voor samen 7 euro) en enkele uren nadat ik het las, probeer ik R's gepriegel te doorgronden. Misschien lijkt het hierop:

[R. de rudere?]
woensdag 1/9/1971
"de Standaard" / Gent
30
gelezen [zonzondagnamiddag] 5 september 1971

Typisch "nouveau roman":
onmogelijk is – door [nelsiktiviteit?] – de objectieve werkelijkheid weer te geven: elk mens is anders en ervaart de realiteit anders. Daarom: koele, koude aanduiding v. uiterlijke, reële gebeurtenissen, zoveel mogelijk die pogen objektief weer te geven en aldus aan de lezer de interpretatie overlaten: [int?] één en ander [zodat?] een stijl welke bijna aan het scenario van een film doet denken en zodat ook de onderkoelde, kille, [oppelklijt abjekte?] benadering ± aanvoelbaar [der biten?] in al hun "eigenaardige" kompaktheid beschreven!
Slechts met inspanning leesbaar, maar interessant. Zelf laat ik voor latere lezers een bladwijzer achter. Het is deze keer een railpass met daarop paginanummers – 148 bijvoorbeeld:
Soms wil je graag weten wat een ander mens denkt of waarover hij nadenkt. Je kunt het natuurlijk vragen.
Misschien krijg je een antwoord. Daarmee weet je niet wat die mens denkt - of waaraan hij denkt.
Je weet slechts wat hij antwoordt. (p 148)
Aansluitend bij R's opmerkingen duikt Sundmans poëtica hier op. Je kan een mens niet kennen. Los zand heerst. Wat Sundman in zijn boeken doet is daarom veeleer tonen dan vertellen. Hij geeft weer, maar laat de interpretatie achterwege. Als in een film, zou R kunnen zeggen. Als met een camera die de uiterlijkheden registreert; handelingen en uitspraken maar niet wat erachter schuilt.

Ook is er p 59 omdat daar staat "koud als de hel" en omdat dat vreemd lijkt, een koude hel met helle-ijs in plaats van hellevuur. Gelooft u mij als ik zeg dat ik gisteren toevallig door een verzamelband van Hjalmar Söderberg bladerde en zag dat ik in Martin Bircks ungdom het volgende aangeduid had?
Föreställningen om helvetet som ett mycket varmt ställe röjer tydligen sitt ursprung från den heta zonen. Om nordbor hade uppfunnit det, skulle det tvärtom vara ett otäckt draghål, en härd för influensa och kronisk snuva. (uit: Hjalmar Söderberg Martin Bircks ungdom & vers & Stockholmskrönikor. Liber/Läsförlaget Svenska Klassiker 1989. p121.)
De man zegt hierboven dat de voorstelling van de hel als hete plaats duidelijk uit warme gebieden stamt. Als de hel in het noorden uitgevonden was, dan zou het een onbehaaglijk tochthol zijn, vol griep en gesnuif.

De derde pagina-aanduiding op mijn railpass houd ik lekker voor mezelf, en de vierde en laatste is 201. Daar staat bliksem.
Het gebeurde in een bliksemsnelle beweging, zo snel dat wij nauwelijks konden reageren. (p 201)

Per Olof Sundman Twee dagen, twee nachten. De Bezige Bij / Meulenhoff (Literair Paspoort), 1968.

Geen opmerkingen: