7.8.06

willem elsschotstraat
Het kan: Lijmen/Het been lezen en een dag later bier van Cristal drinken in de Willem Elsschotstraat in Lommel. Het kan. Zeker in de zomer.

Handige bliksems zijn het. (uit: Willem Elsschot Lijmen in het verzameld werk. Amsterdam: Van Kampen en zoon, 1960. p 295)

Wij moeten daar gul en luidruchtig aankomen en dadelijk erkennen "que de tous les rouages économiques, la banque est certes celui qui offre au prodigieux et inépuisable thème du développement national les plus admirables ressources." Want de opvolging van onze "tous", "certes", "inépuisable" en "admirable", slaat in als de bliksem, het doet er niet toe wat je er tussen in last: marmer, cement, papier of maarschalk Foch. (uit: Willem Elsschot Lijmen in het verzameld werk. Amsterdam: Van Kampen en zoon, 1960. p 303)

Zijn plotselinge verschijning trof mij als de bliksem en ik bleef staan, want aan ontkomen viel niet te denken. (uit: Willem Elsschot Lijmen in het verzameld werk. Amsterdam: Van Kampen en zoon, 1960. p 305)

Een jong kereltje, in een stofjas, kwam als de bliksem tussen de bedden doorgeslingerd en vroeg werkelijk, reeds van op een afstand, naar het doel van Boorman's bezoek. (uit: Willem Elsschot Lijmen in het verzameld werk. Amsterdam: Van Kampen en zoon, 1960. p 307)

Zoek daar dan maar eens naar een fabriek, een echte moderne smederij, waar nog gevijld, geboord en gedraaid wordt en waar de beukende voorhamers donder en bliksem in 't leven roepen. (uit: Willem Elsschot Lijmen in het verzameld werk. Amsterdam: Van Kampen en zoon, 1960. p 322)

Zoek daar maar eens een fabriek, een echte moderne smederij, waar nog gevijld, geboord en gedraaid wordt en waar de beukende voorhamers donder en bliksem in 't leven roepen. (uit: Willem Elsschot Lijmen in het verzameld werk. Amsterdam: Van Kampen en zoon, 1960. p 326)

"... dat Lauwereyssen's keukenliften," hervatte ik als de bliksem, "voor generlei verbetering meer vatbaar zijn.["] (uit: Willem Elsschot Lijmen in het verzameld werk. Amsterdam: Van Kampen en zoon, 1960. p 328)

Dan maakt hij zich op als de bliksem en legt het hoofd van de staat iets ter ondertekening voor, geeft een monopolie, keurt iets dadelijk goed, zet een grote mond op, waarschuwt je tijdig en laat een ander stikken in zijn onschuld, apostilleert, postdateert of antidateert, maakt een document zoek of treedt af als dat helpen kan en de inzet de moeite waard is. (uit: Willem Elsschot Het been in het verzameld werk. Amsterdam: Van Kampen en zoon, 1960. p 377)

Geen opmerkingen: