10.1.07

die dag aan zee

wind in de rug
We wandelen langs de vloedlijn met de wind in de rug en het stuifzand tegen onze hielen. Wanneer de zilvermeeuwen voor ons opvliegen, hangen ze stil in de lucht, of zweven ze achteruit als vliegers boven het strand maar dan zonder koord. En soms, op de grond, staan ze op één poot, worden ze door het opkomend tij even opgestoten en vallen ze op hun bek. Kleiner en nog grappiger dan de meeuwen zijn de strandlopers. Ze lopen. Over het strand.

In de doorzichtige plastic tas die ik met me meedraag, heb ik twee bakstenen van boeken: deel 14 van Louis Paul Boons verzameld werk [1118 gram] en voor lief This is all van Aidan Chambers [969 gram]. Verder ook één schelp [18 gram]. Met die zak lezen we aan de poort van de vlindertuin "gesloten tot maart 2007".

Op de terugweg is de wind tegen en staat de zon laag. Japanse kerselaars bloeien. We kopen vis.

Geen opmerkingen: