10.11.07

Voor de ingang van de Delhaize was er een samenscholing. Mensen kwamen karretjes terugbrengen naar de stalling, mensen kwamen karretjes halen uit de stalling.
-"Hoeveel zit er in uw kar?" vroeg ik.
-"Twee euro," zei een man die zijn karretje terugbracht – ik noem hem voor het gemak de neurrek.
-"Dan geef ik u twee euro voor uw kar," zei ik.
-"Oké," zei de neurrek.

Ik winkelde. Ik kocht (voor €32,53):

250 g toastbrood
6 eieren
2 flessen wijn
4 potjes yoghurt
4 flesjes fruitsap
1 bussel radijzen
6 appels (jonagold)
1 rol bladerdeeg
1 blikje sardienen
20 cl room
6 bananen
1 potje eiersla
200 g zalm
3 stronkjes witloof
Toen ik mijn kar parkeerde, kwam er een stuk van één euro uit het slot. Het regende zacht. Kom ik de neurrek opnieuw tegen in de Delhaize, dan rijd ik met mijn kar tegen zijn enkels, drie keer, en als ik toevallig ziek zou zijn, dan nies ik in zijn gezicht.

[Thuisgekomen repareerde ik de keukenkraan met een stuk fietsband.]

Geen opmerkingen: