28.1.19

[Nu wordt de behendigheid van zwermende spreeuwen begrijpelijker dankzij drie omstandigheden. Ten eerste vliegen spreeuwen in een zwerm lang niet zo snel als ze kunnen. Halen ze tijdens voedselvluchten of op trek algauw meer dan zeventig kilometer per uur, in een zwerm vliegen ze niet eens de vijftig per uur die Noah Strycker veronderstelt, maar eerder een kilometer of dertig. Dat zal voor hen zoiets zijn als stapvoets lopen voor ons.

In een spreeuwenzwerm lijkt het van een afstandje beredruk, en bij een zwenking kan het hier en daar zwart zien van de spreeuwen, maar in werkelijkheid houden de vogels een veilige afstand van gemiddeld meer dan een meter, aanmerkelijk meer dan de paar centimeter waarover Strycker het heeft. Dat blijkt onder meer uit het Starflag-onderzoek naar spreeuwenzwermen van een groep Italiaanse natuurkundigen onder leiding van Andrea Cavagna en Irene Giardina. Soms waaieren spreeuwen uit elkaar tot wel twee meter, soms naderen ze elkaar dichter, maar een halve meter afstand bewaren ze zeker. Die afstand is de tweede omstandigheid.

Ten derde reageren spreeuwen bliksemsnel op gedrag van hun soortgenoten in de buurt. Dat kunnen ze bovendien nog veel sneller dan wij. (uit: Koos Dijksterhuis De spreeuw. Atlas Contact, 2017. p 108.)]

Geen opmerkingen: