4.8.20

[Zwaar hijgend van het rennen in de gloeiende hitte betrad hij niettemin heel beheerst het zaakje, groette de verkoopster achter de toonbank en verzocht haar het bovenste brood van de plank te halen, daar dit hem het beste aanstond, en terwijl de vrouw zich omdraaide, griste hij zwijgend en bliksemsnel iets van de toonbank dat niet beter had kunnen uitvallen - een lang, als een scheermes zo scherp geslepen broodmes. (uit: Michail Boelgakov De meester en Margarita. Van Oorschot, 1997. p 192.)]

Geen opmerkingen: