7.2.07

[Zij zat stijf, als doodgebliksemd, haar armen opengespreid, de rechter hand op de sopraantoetsen, de linker op de bassen, dáár waar zij 't laatste akkoord had aangeslagen. (uit: Willem Elsschot Tsjip in het verzameld werk. Amsterdam: Van Kampen en zoon, 1960. p 508)]

1 opmerking:

Occy zei

'Substanties, uitgebreidheid, energie, materie en ziel, allemaal abstracties, bedenksels. En wat God betreft, het is onmogelijk erachter te komen hoe Hij is en zelfs of Hij is! Vroeger veroorzaakte hij de wind, de bliksem en revoluties. Tegenwoordig neemt zijn betekenis af. Ik zie er trouwens het nut niet van in.'

uit Bouvard en Pécuchet van Gustave Flaubert, (Arbeiderspers, 1988), p. 276