2.7.06

het lijkt Disneyland wel

Ik had één pluim in mijn Fågelguide. Nu heb ik er twee. Dat kwam zo:

Het was donderdagmiddag en ik las de woensdagkrant in het Elisabethpark bij de basiliek. Ik had de tijd, nam het ervan en slenterde door de centrale dreef in de richting van Simonis. Ook die dag voetbalden er kinderen – 19, ik heb ze geteld – allemaal op een zakdoekje. Er werd gebadmintond en iemand knutselde aan een podium. Helemaal op het einde van de dreef zijn links de parkietenverzamelbomen; je herkent ze ’s avonds aan het lawaai, overdag aan de stront eronder. Er lagen vier onbevlekte pluimen in het zand, zomaar voor mijn voeten en zonder vogel eraan. Ik scheurde een stukje uit de woensdagkrant (Vermageringspillen helpen niet bij obesitas / Hamas flirt met erkenning Israël) en stak de veren ingepakt in de krant als bladwijzer tussen De bijeneters van Peter Terrin; in dat boek zou ik in de namiddag op de trein naar huis beginnen.

Drie dagen later, vandaag, is De bijeneters uit, heb ik geen bladwijzer meer nodig en stop ik de parkietenveren in mijn Fågelguide. En kijk eens aan op bladzijde 222-223: broederlijk onder elkaar staan daar bijeneter en halsbandparkiet. Het titelverhaal was al het sterkste uit Terrins bundel (en eervol op de tweede plaats komt Schoonmaak of De lotgevallen van Abdullah en ikzelf, maar dat terzijde) en onwillekeurig wordt het nu nog beter.

Ja, dat het een kleine wereld is, zo al bij al. Ik maak een sprongetje.

Geen opmerkingen: