14.9.07

Ik at vanavond stoverij met kroketten in de bistro waar ik ooit Kader Abdolah zag; hij koos toen aan de toog een sigaar, hield ze onder zijn snor en rook eraan. Ik had net Spijkerschrift gelezen en was daardoor in de Max Havelaar begonnen. Was ik iemand die schrijvers aanklampt, dan had ik hem dat gezegd. Maar zo ben ik niemand, nee, ik ben veeleer iemand die probeert al de boeken van Kader Abdolah te lezen voor de man (tegen 2020) de Nobelprijs voor de literatuur krijgt, als eerste Nederlandstalige-letterenman.

Tegenwoordig werkt hij aan een bewerking/vertaling van de Koran. We moeten daar naar uitkijken. [En o jee, wat is die snor wit, en wat blijft dat haar zwart.]

Geen opmerkingen: